Om vrijgesteld te zijn van het betalen van belasting op het Voordeel alle aard (zoals bij een bedrijfswagen), moet je je fiets regelmatig gebruiken voor het woon-werkverkeer.
Hoeveel “regelmatig” precies is, wordt in de wetgeving nergens exact benoemd.
Bij de meeste werkgevers is het streefcijfer 20%. Dat betekent dat je gemiddeld op jaarbasis één op vijf werkdagen je woon-werkverplaatsing met de fiets aflegt.